Hoe beter je het vak verstaat, hoe makkelijker je jezelf kunt zijn
- Rubriek
- Blog
- Datum
- 18 juni 2015
- 4 minuten leestijd
Karin de Galan behoeft geen enkele introductie meer: ze is naast een bevlogen trainer met ruim twintig jaar ervaring ook dé auteur voor trainers. Karin is een van de keynote sprekers over authenticiteit op de Dag van de Trainer. Natuurlijk willen we van haar weten hoe authentiek zij zelf is.
Wat betekent authenticiteit voor jou?
‘Authentiek zijn als trainer betekent voor mij dat ik me ‘echt’ voel tijdens een training, dat ik mezelf ben en geen rol speel. Dat is meteen de paradox, want tijdens een training ben ik wel degelijk anders dan wanneer ik thuis op de bank zit of met een vriendin uit eten ga. Wanneer ik train, zet ik bepaalde dingen van mezelf uit of aan, maar als ik lekker werk, merk ik dat niet. Dan bén ik mijn rol.’
Waarom is authenticiteit belangrijk?
‘Allereerst is het lekker voor jezelf, want als je voortdurend je best moet doen om een goede trainer te spélen, ben je aan het eind van de dag uitgeput. En het is fijn voor de deelnemers. Want als zij het gevoel hebben dat een trainer niet zichzelf is, leidt dat af en verstoort het de training. Maar als ze jou ervaren als iemand die wel zichzelf is, kunnen zij ook zichzelf zijn en ontspannen leren. Als je authentiek staat te trainen, pik je verstoringen in je eigen gevoel makkelijker op. Dat kan iets simpels zijn: een oefening loopt niet goed en je raakt gespannen. Dat is een belangrijk signaal om het proces te onderzoeken en eventueel bij te sturen. Zo’n signaal pik je moeilijker op wanneer je je toch al ongemakkelijk voelt, omdat je niet lekker in je rol zit.’
Is authenticiteit voor trainers iets intuïtiefs?
‘Authenticiteit betekent niet dat je je intuïtie aanzet en dan plotseling authentiek bent. Als je traint, gaat het erom dat je helemaal in je rol zit – dat je helemaal je rol bent en niet dat je jezelf bent. Daarvoor moet je leren wat je rol van je vraagt en ontdekken welke persoonlijke eigenschappen en ervaringen je daarvoor kunt inzetten.’
Wanneer ben je wel authentiek en wanneer niet?
‘Je bent authentiek als je het gevoel hebt dat je niets belangrijks hoeft weg te laten van jezelf. Een voorbeeld: je geeft verkooptrainingen voor een bureau maar je bent het eigenlijk niet eens met de inhoud die je traint. Toch moet je het zo doen. Dan is het lastig om authentiek te trainen: wat je doet, is in tegenspraak met wat je als persoon vindt.’
Wat laat je als trainer wel en niet zien?
‘Wanneer je traint, laat je die dingen zien die goed zijn voor de groep. Je straalt in je kwaliteiten en blijft uit je valkuilen. Ben je zorgzaam? Zet dat in en voorkom dat je gaat betuttelen. Je vertelt over je ervaringen: de succeservaringen maar ook de mislukkingen. Zorg wel dat je dat goed timet: bij de start van een training, als het vertrouwen nog moet groeien, ga je niet vertellen over een mislukking, maar halverwege de training, als je mikt op meer intimiteit en openheid, is dat juist wel handig om te doen. Sommige informatie is belangrijk voor jezelf, maar niet voor de groep.
Kun je als trainer altijd jezelf zijn?
‘Als je vraagt of het mogelijk is om altijd je professionele zelf te zijn: nee, dat is soms lastig. Wanneer je zenuwachtig bent, kun je het gevoel hebben dat je een rol speelt. Je eerste opdracht tijdens een training is dan ook om te werken aan je eigen comfort. Het is belangrijk dat je snapt hoe deelnemers in elkaar zitten en daar rustig onder blijft. Hoe beter jij je vak beheerst, hoe eerder je kunt ontspannen.’
Daaropvolgend: mág je altijd jezelf zijn?
‘Ja en nee. Je mag altijd je professionele zelf zijn, maar je mag nooit je volledige persoon zijn - whatever that may be. Ik denk dat we allemaal wel kennen dat je met collega’s ongegeneerd zit na te praten over een training. Dat kan variëren van jezelf op de borst kloppen, tot je ellende delen over iets dat je he-le-maal fout gedaan hebt. Zulke praat is vooral bedoeld om je hart te luchten en bewaar je dus voor na de training. Tijdens de training zelf ben je er helemaal voor de groep en alles wat je zegt, is daarop gericht.’
Hoe word je authentiek als trainer?
‘Dat is een combinatie van je vak goed leren beheersen én je persoon accepteren. Hoe aardiger je jezelf vindt en hoe milder je staat tegenover je eigen fouten, hoe gemakkelijker je jezelf kunt zijn. Als je het vak goed beheerst, krijg je veel positieve reacties van deelnemers. Daardoor ga je positiever over jezelf denken. ‘Ik ben eigenlijk best leuk!’ Zo creëer je je eigen successpiraal en wordt het gemakkelijker om jezelf te mogen zijn.’
